(fragment)
We schreven ons in bij DHL, De Hollandse Leeuw. Brullen zouden wij. We werden het laagste elftal, op ons eigen verzoek, want we wilden ook wel eens winnen. Al gauw ontdekte Jos ’t Hooft, onze grote woordspeler, dat DHL stond voor De Heren Leraren. Het werd onze geuzennaam, niet alleen bij de minder sportieve collega’s in de docentenkamer, ook bij de leerlingen, die elke maandag vol leedvermaak informeerden naar de uitslag en of er vanwege de blessures nog lessen zouden uitvallen. Zelfs binnen de club waren we nooit het vijfde of het zesde, maar het lerarenteam. En het huis-aan-huisblad vond het prachtig dat er in de stad een lerarenelftal was dat het, o wat pikant, opnam tegen de ambtenaren van Binnenlandse Zaken en Onderwijs – afgekort BIZON, ja ja, de Leeuw tegen de Bizon -, of strijd leverde tegen de Braef Stand Houdende burgers van HBS, die zelfs in hun vrije tijd zich hun vooropleiding wilden herinneren. Teams waarin tot ons afgrijzen soms een bemoeizuchtige ouder of een vroegere spijbelleerling bleek mee te spelen.
Later vonden inventieve tegenstanders in het Haagse nog andere kwalificaties voor ons DHL: de hondenlullen en de hoerenlopers. Daar waren wij zelf nooit op gekomen.