Categorie archieven: Poëzie

treinrups

een dikke gele rups

zo kruipt de trein
uit de coulissen van het bos
mijn blikveld in

en meteen mis ik
het harige van zijn lijf

moet ik vaststellen
dat hij te stram is

zich niet in lussen op-
trekt en voort- stuwt

laat staan dat hij
zich ontpopt als vlinder
en weg danst

langs een ander
onnavolgbaar spoor

ijsbloemen

wakker worden
en stuiten op
het ruwe melkwit
van een ruig
bevroren raam

en dan de fluitketel
van je mond tuiten

de blinde ruit
bewasemen
tot een bloemblad
slap gaat hangen
en een wond
open schroeit

in de bijziende dooi
een loepklein gaatje
vrij vegen
voor een blik
naar buiten