het kind kijkt de nacht in
van het oorlogsjaar
papa’s tuin ligt
in een maanlichtdroom
zwart is het blok
van het ketelhuis
het glas van de kassen
spiegelt zilvergrijs
een verre vuurtoren zwaait zijn zeis
over het heimelijke land
hij ziet het goed
schimmige figuren
scharrelen rond
bij het oprijpad
wat doen ze daar?
niet kijken, hoort hij papa zeggen
het is beter niets te weten